Voorwoord
Klimaatverandering heeft reeds veel landen in crises gestort en heeft van die landen enorme financiële offers gevraagd. Wetenschappers zeggen unaniem dat de wereld voor hen die na ons komen in een hel zal veranderen als we de uitstoot van broeikasgassen niet beteugelen.
Nederland en België zullen zich niet aan deze ramp kunnen onttrekken. Nederland en België lijken klimaat echter geen acuut probleem te vinden. Er moeten doden vallen, zoals bij Covid, om, luisterend naar de wetenschap, krachtdadig op te treden.
De Nederlandse (demissionaire) regering is haar belofte om in 2020 de uitstoot van CO2 te beperken tot 25% niet nagekomen, ondanks de veroordeling in de Urgendazaak in 2015, in beroep bekrachtigd door Gerechtshof en in laatste instantie door de Hoge Raad in 2019. In 2020 zouden de Covid-pandemie en het zachte weer van januari en februari een steun in de rug hebben moeten geven, maar het mocht niet baten.
Uit allerlei activiteiten of juist gebrek daaraan blijkt dat onze regering het klimaatprobleem niet serieus neemt, bijvoorbeeld:
- Het vasthouden aan het openen van Luchthaven Lelystad en het zonder klimaatvoorwaarden met miljarden euro’s steunen van KLM
- Het doorgaan met het aanleggen van autowegen ten koste van natuur (Amelisweerd)
- Het doorgaan met het verstrekken van miljardensubsidies aan fossiele industrieën
- Het uitstellen van investeringen in het elektriciteitsnet wat ons land langer afhankelijk houdt van gas en olie als energiebronnen
- Het uitstellen van maatregelen om de intensieve landbouw te hervormen. Die vorm van landbouw gaat gepaard met zware uitstoot van broeikasgassen CO2 en methaan (en bovendien met uitstoot van stikstof, met excessief watergebruik, en met vergiftiging).
Nog een signaal: Via naar buiten gekomen formatienotities van de heer Rutte, de leider van de politieke partij VVD die onlangs de meeste stemmen heeft verworven, is geopenbaard dat liefst geen samenwerking wordt gezocht met partijen die “heel veel klimaat” in de onderhandelingen zouden brengen.
In België is onlangs de Klimaatzaak begonnen, een rechterlijke procedure van meer dan 65.000 burgers tegen de regeringen van België: vier gewestelijke en de federale regering. De burgers eisen dat de regeringen optreden om hun klimaatbelofte na te komen door met geagendeerde uitstootreducties de opwarming tot 1,5 graden Celsius te beperken.
De Klimaatzaak in België is er enorm mee gediend dat David Van Reybrouck zich heeft geëngageerd voor deze zaak en voor het klimaatprobleem in het algemeen. De werk- en denkkracht en het morele inzicht van deze auteur van de indrukwekkende boeken Congo en Revolusi zijn nu al legendarisch. Zijn bemoeienis met democratie in de vorm van burgerraden heeft ook tot een mooi boek en tot implementaties geleid.
De pleidooien voor en tegen in de Klimaatzaak vonden in maart 2021 plaats, op negen dagen in het haveloze oude NAVO-gebouw in Haren/Brussel. David heeft ze allemaal van minuut tot minuut gevolgd. Van de argumentaties, voorzien van zijn commentaar, heeft hij zeer gedetailleerd en levendig verslag gedaan op Facebook. Ik heb de verslagen met rode oortjes gelezen.
Omdat klimaatzaak ook in Nederland zo hoogst actueel is, met het niet nakomen van het Urgendavonnis en gezien de formatie van een nieuwe regering, heb ik de verslagen van David gebundeld op deze pagina van mijn website.
Paul van der Maesen
Woensdag 17 maart, 9-12 uur Klimaatzaak
Donderdag 18 maart, 9-12 uur Klimaatzaak
Vrijdag 20 maart, 9-12 uur Belgische staat
Maandag 22 maart, 9-12 uur Belgische staat
Maandag 22 maart, 14-17 uur Waals Gewest
Dinsdag 23 maart, 9-12 uur Vlaams of Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Woensdag 24 maart, 9-12 uur Vlaams of Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Donderdag 25 maart, 9-12 uur Eindreplieken Klimaatzaak
Vrijdag 26 maart, 9-12 uur Eindreplieken overheden

Vandaag, morgen en overmorgen pleiten de advocaten van de Klimaatzaak. Eric Gillet stak indrukwekkend van wal: 'A priori, c'est foutu.' Dit waren de woorden waarmee de grootste rechtszaak uit de Belgische geschiedenis begon. 'In feite is het naar de zak. Over twintig jaar kennen we de barbarij.' Hij citeerde hierbij de Franse landbouwingenieur en europarlementariër Pierre Laurrouturou, auteur van "Aujourd'hui l'esprit se révolte: Crise sociale, crise climatique". Wat volgde was een gebald, maar indringend pleidooi over de waanzin van dit proces. Meteen legde meester Gillet het onthutsende argument van de advocaten van het Waalse gewest op tafel: 'De toekomstige generaties bestaan hypothetisch uit kinderen die nog geboren moeten worden. Dat zijn geen rechtspersonen.’ Hij hekelde het brutale 'misprijzen jegens de toekomst', de 'onwaarschijnlijke inertie' van de Belgische politiek en de 'banalisering van de klimaatopwarming'. Voor hem ging het om een imminent moreel vraagstuk en hij haalde er zelfs Kants categorische imperatief bij: „Handle so, dass du die Menschheit sowohl in deiner Person, als in der Person eines jeden anderen jederzeit zugleich als Zweck, niemals bloß als Mittel brauchst.“ Gebruik de andere nooit enkel als middel, maar steeds ook als doel.
Daarna was het de beurt aan Carole Billiet die in glasheldere termen de bredere empirische context van de klimaatopwarming schetste: de link tussen CO2 en opwarming, de vertraging tussen uitstoot en opwarming (wat we nu al merken is het effect van uitstoot in de jaren 80, al wat we sindsdien hebben uitgestoten, moet zich nog laten gelden). Ze vertelde over het ontstaan en de werking van het IPCC, van de COP-congressen, en vooral van de rol die België daarin telkens nam. Daardoor werd het mij steeds duidelijker dat de rechter de overheid niet tot nieuwe ideeën kan dwingen, maar hooguit aan haar eigen beloften moet herinneren. Practice what you preach, anders gezegd. Decennialang al beweert België klimaatopwarming ernstig te nemen en verkoopt het dure woorden, maar in de praktijk blijft daadkrachtig handelen stelselmatig uit. Daarmee verwaarloost de staat zijn primaire taak: die van de bescherming van zijn burgers. Meester Billiet sprak zakelijk en nuchter: 'De aarde is nu al 1 graad warmer, waardoor de oceanen zuurder worden en armer aan zuurstof. 70 procent van de wereld bestaat uit oceanen. Dus met 1 graad opwarming is al 70 procent van aarde veranderd.' Daarna ging het over België: 'De integriteit en de leefbaarheid van België zijn in reëel gevaar.' Met integriteit bedoelde ze dat ons grondgebied kan krimpen door zeespiegelstijging. Met leefbaarheid had ze het echt over het aantal doden die te wijten zijn aan hittegolven. Ze sprak de omineuze woorden: 'Il y a des gens qui meurent. Et il y a des autres qui vont mourrir.'
Op dat moment had ik een krop in de keel. Ineens besefte ik wat ik tegen die verzamelde pers had kunnen zeggen: dat mijn vader in de hittegolf van 2006 vroegtijdig was gestorven. Hij was nierpatiënt en dus zeer vatbaar voor hitte. Ik praat niet erg vaak over mijn privéleven in het openbaar, maar te beseffen dat mijn vader mogelijk een eind langer had kunnen leven indien overheden zoals de Belgische sneller waren opgetreden tegen de oorzaken van klimaatopwarming, was een pijnlijk inzicht. En daar zat ik ineens in die oude vergaderzaal van de NATO, gemaskerd te midden van gemaskerden. Het was 2021 en ik dacht aan 2006 en aan de jaren daarvoor toen hij nog gezond was. Mijn vader werd slechts 67 jaar.
Morgen ga ik opnieuw naar de rechtbank. Het is gewoon veel te belangrijk.
Er waren drie rechters, twintig advocaten, zo'n vijftien politieagenten en vijftien bezoekers. Geen cameraploegen en voor zover ik kon zien geen journalisten.
Deze tweede dag stond opnieuw helemaal in het teken van de advocaten van Klimaatzaak. Meester Audrey Baeyens, een jonge advocate van het bureau Equal Partners waarmee Klimaatzaak in zee ging, weerlegde met grote precisie het argument dat de klacht van vzw Klimaatzaak en haar 58.000 mede-eisers niet ontvankelijk zou zijn. Terwijl de tegenpartijen zich beriepen op Belgische jurisprudentie uit de jaren 1980 die de actieradius van vzw's beperkte tot specifieke doelstellingen, verwees zij fijntjes naar de jongere VN-Conventie van Arhus uit 1998 dat in artikel 9.3 zeer duidelijk stelt: 'members of the public have access to administrative or judicial procedures to challenge acts and omissions by private persons and public authorities which contravene provisions of its national law relating to the environment.' Kortom, burgers mogen wel degelijk de overheid voor de rechter brengen inzake zo'n algemeen onderwerp als milieu. Ik ben geen jurist en al helemaal geen expert op vlak van milieurecht, maar het verbijsterde me dat de advocaten van de Belgische staat en de drie gewesten zo'n rommelige argumentatie hadden durven bovenhalen om de klacht onontvankelijk te laten verklaren. 't Was een beetje in de categorie: niet geschoten is altijd mis.
Vervolgens was het opnieuw de beurt aan Meester Eric Gillet, een ervaren advocaat die met grote ernst zijn trage zinnen formuleerde. Er was net zoals gisteren een opvallend contrast tussen zijn rustige toon en niet mis te begrijpen woordkeuze. Hij hekelde de 'hypocriete positie' en 'het tamelijk onthutsende cynisme' van de tegenpartijen die enkel 'perifere kwesties' wisten aan te snijden, met 'schandalige argumenten' zelfs, om het niet over de kern van de zaak te moeten hebben. Hij vroeg zich hardop af waarom zijn confraters zo 'hun eigen geloofwaardigheid wilden vernielen'. Sic! Uiteraard, wie voor de gerechtelijke procedure kiest, weet dat het procedureel kan worden, maar Gillet slaagde erin om telkens opnieuw naar de kern van de zaak terug te keren: België dat zijn klimaatengagementen niet nakomt en daarmee zijn burgers ernstig in gevaar brengt. 'België stemt in met internationale verdragen en kondigt engagementen af (hij had het zelfs over 'le show médiatique'), maar eenmaal thuis heeft het last om zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Klimaatverandering is voor elk (Europees) land lastig, maar België zit in de staart van het peloton. (...) We treuzelen. We draaien rondjes. We kijken naar elkaar om te zien wie wat doet.'
Ik was getroffen door het consequent morele register van zijn spreken, maar ontdekte ook hoe strategisch zijn pleidooi in mekaar stak. Pleiten, besefte ik ineens, is als snooker spelen: je moet niet alleen punten scoren door je eigen ballen te 'poten', maar ook door het speelveld voor de tegenpartij zo lastig mogelijk te maken. Onbereikbare ballen, onmogelijke hoeken, vastgezette spelsituaties. Dat deed hij op indrukwekkende wijze.
Wat die eigen ballen betrof: zijn redenering (en die van zijn team) steunt op twee principes, enerzijds artikel 2 en 8 van het Europees Verdrag van de Mens (recht op leven, recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven), anderzijds artikel 1382 en 1383 uit het Burgerlijk Wetboek. Die twee laatste artikels grijpen terug op de Code civil van Napoléon. Het eerste is kort maar krachtig: “Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden”. Het tweede is nog belangrijker: “Ieder is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke hij door zijn daad, maar ook voor die welke hij door zijn nalatigheid of door zijn onvoorzichtigheid heeft veroorzaakt”. Kortom, ook nietsdoen maakt de Belgische staat schuldig!
Maar terwijl Eric Gillet die grote rechtsprincipes toelichtte, sneed hij meteen ook de pas af van talrijke argumenten van de tegenpartij. Snookeren op hoog niveau. Hoezo de verdeling van de bevoegdheden in het federale België maakt klimaatbeleid lastig? Maar de verdeling van de bevoegdheden staat toch niet hoger dan de primaire verantwoordelijkheid van de overheden zeker! Hoezo de 'institutionele lasagne' van een federaal land maakt ons onmachtig? Maar Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn toch ook federale landen! Hoezo de bevoegdheden zijn al te verkruimeld? Maar we hebben aan Europa toch geïntegreerde plannen beloofd--dan kan je je toch niet verbergen achter het argument dat de bevoegdheden versplinterd zijn! Hoezo de rechter kan jullie niet dwingen tot een samenwerkingsakkoord? Maar zo'n samenwerkingsakkoord was toch ook niet nodig om rond corona in actie te schieten!
Dat laatste werkte hij schitterend uit: ook de strijd rond corona gaat over een groot aantal bevoegdheden in tal van publieke domeinen en bij tal van overheden, maar daar heeft elk niveau zijn eigen plaats, daar wordt er wél geluisterd naar de wetenschappelijke consensus, daar komen er wél goede aanbevelingen, daar beseft men wél dat niet-handelen schadelijk, daar wordt wél alles in het werk gesteld om schade te vermijden, daar lichten ministers en experten in de media de maatregelen wél toe. 'Waarom kunnen we strijden tegen covid maar niet tegen het klimaat? Waarom heel die cinema dat het "lastig is om samen te werken" (in het federale België), terwijl we het nu volop doen tegen de pandemie? Quand on veut, on peut. En wat klimaatkwesties betreft is het duidelijk: on ne veut pas.'
Het hoogtepunt van de dag, zonder meer. Ik keek naar Serge de Gheldere, voorzitter van Klimaatzaak, die een paar stoelen verder zat en we tuitten onze lippen: wow. Ik kan niet alles in detail herhalen, drie uur juridisch Frans ben ik niet gewoon. Bovendien mocht ik geen geluidsopname maken en had ik geen toegang tot de gebruikte teksten. Ik moet het dus louter met mijn aantekeningen stellen. De advocaat zag ik trouwens enkel vanop de rug, tenzij ik naar een videoscherm keek, maar hij sprak, zoals iedereen in dit tribunaal, met zijn masker op. Zijn pleidooi werd af en toe onderbroken door precieze vragen ter verduidelijking van de rechter, mevrouw Malingreau, die zich al duidelijk goed in de materie verdiept had. Bij de meest technische vragen kwam het antwoord van Meester Billiet die opnieuw verblufte met haar ongelooflijke parate dossierkennis.
Ook over de schade-kwestie was Meester Gillet zeer scherp. Hoezo, België is te klein om verschil te maken? Maar waarom tekenen we dan al die internationale verdragen? Hoezo, andere landen lopen ook achter? Als iedereen schuldig is, is niemand schuldig: is het dat wat hier gesuggereerd wordt? Hoezo de mede-eisers ondervinden geen rechtstreekse schade door België's nalatigheid? 'Elk van die eisers zal de prijs betalen van het huidige gedraal: meer belastingen, meer besparingen, beperkingen van openbare diensten, beperkingen van zijn gezondheid, beperkingen van zijn vrijheid en andere fundamentele rechten. Hoe kan je dan beweren dat er geen individuele schade is?' Hij had het zelfs over 'liberticide', het doden van de vrijheid, door de nalatigheid van de overheden van dit land.
Op dat moment begon meester Gillet over zijn kleinzoon van twee: in 2100, wanneer de temperatuur minstens 4 graden warmer zal zijn bij ongewijzigd beleid, is hij tachtig. 'Dat is hooguit een mensenleven van hier. Maar het kan zijn dat hij op zijn dertigste al niets meer aan de situatie zal kunnen doen, omdat we dan voorbij het tipping point zullen zijn van gevaarlijke opwarming.' Hij verwees naar één van de bezoekers in de zaal die hij tijdens de koffiepauze had gezien: een jonge, zwangere vrouw. Haar kind zal in 2100 nog geen tachtig zijn. Ik keek naar het videoscherm aan het plafond. Rechtsboven, achter het beeld van de advocaat, zag ik de vrouw zitten: haar hoofd stond er niet op, maar haar groene wollen trui bolde op in zacht verwijtende stilte.
'Dient de overheid nog het algemeen belang?' vroeg Meester Gillet zich af. 'Of staat democratie gelijk met 'deresponsabiliseren', het afschuiven van de verantwoordelijkheid? En suggereren we dan dat alleen China en dictatoriale landen nog klimaatbeleid kunnen maken?' Hij verwees naar een recent interview met mij in Le Soir waar ik zei dat de nationale regering druk moet ervaren van boven (EU en VN), van onder (door de burgers) en van opzij (door de rechterlijke macht). 'Van de drie machten, mevrouw de voorzitster, is het gerecht de enige die niet aan myopie leidt. Zeg dan ook tegen de andere machten (regering en parlement): "Nadat u de feiten erkend heeft, heeft u beloftes gemaakt. Uw passiviteit (inaction) veroorzaakt schade." Geef hen de nodige bevelen. Vandaag is het nog mogelijk de Staat te verplichten tot actie, over tien jaar is dit niet meer het geval.'
Een indrukwekkend einde van een indrukwekkend pleidooi.

Vandaag heb ik iets ongelooflijks gezien op de derde dag van de Klimaatzaak. Het was de derde en laatste pleitzitting voor het advocatenteam van de vzw Klimaatzaak en haar meer dan 58.000 mede-eisers; vanaf morgen is het aan de tegenpartijen. Op de eerste dag belichtten de advocaten het algemene kader, de wetenschappelijke feiten en mondiale instituten zoals het IPCC (het wetenschappelijke klimaatpanel van de VN) en de COP (de jaarlijkse politieke wereldcongressen). Op de tweede dag ging om de ontvankelijkheid van de klacht en de aansprakelijkheid volgens het Belgische Burgerlijk Wetboek--ik schreef er gisteren een lange post over. Vandaag zou het gaan om het tweede luik van de juridische klacht: de internationale context van de mensen- en kinderrechten. In hoeverre was Belgiës nalatigheid een inbreuk hierop?
De sessie begon enkele minuten voor 9 uur. De kamervoorzitster, rechter Malengreau, herinnerde de toehoorders--we waren met een twintigtal vandaag, opnieuw geen pers, helaas--dat publieke blijken van goedkeuring of afkeuring niet gegeven mochten worden. Het gerecht moest in alle sereniteit de standpunten kunnen aanhoren. Niet applaudisseren dus. Goed dat ze dat zei, want anders had de zaal anderhalf uur later misschien wel een staande ovatie gegeven.
Een jonge juriste trad naar voren. Zij was de voorbije dagen nog niet aan het woord geweest. Linli Pan-Van de Meulebroeke bleek ze te heten, een Belgische van Chinese origine, 28 jaar oud. Ze legde haar papieren op de tafel voor haar neer en begon met grote ernst over het artikel 2 en 8 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) te spreken en artikel 6 en 24 van het VN-Kinderrechtenverdrag. Supranationale wetgeving dus. Het EVRM ontstond kort na de Tweede Wereldoorlog toen er van milieuvraagstukken nog geen sprake was. Kon het dan daarvoor wel worden ingeroepen? Ja, betoogde meester Pan-Van de Meulebroeke, de voorbije jaren heeft het Europees Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg al meermaals zaken behandeld waarin milieuvraagstukken werden geïnterpreteerd als schendingen van van het EVRM. Milieu, allemaal goed en wel, gold dat ook voor het klimaatvraagstukken? Daarover bleek het Hof in Straatsburg nog geen uitspraken te hebben gedaan, maar twee hangende zaken bevestigen het wel. In de zaak Agostinho vs. Portugal en 32 andere landen heeft het zeer onlangs een extreem belangrijke stap gezet. Die zaak heeft de media merkwaardig genoeg nauwelijks gehaald, maar in september vorig jaar had meester Carole Billiet er mijn aandacht op gevestigd: Cláudia Agostinho en enkele andere Portugese jongeren hadden 33 landen voor het EVRM gedagvaard ivm hun nalatige klimaatbeleid. Dat was zéér uitzonderlijk. Normaal mag je maar naar Straatsburg trekken nadat je in eigen land alle rechtsmiddelen hebt uitgeput (eerste aanleg, beroep, cassatie, etc), maar het Straatsburg noemde hun klacht ontvankelijk gezien de absolute urgentie van het klimaatvraagstuk en behandelde het zelfs prioritair. Ja dus, dat EVRM was wel degelijk van toepassing op klimaat. 'Dit geldt ook voor dit tribunaal,' zei de jonge advocate tegen de drie rechters, 'u bent de eerste garantie van de rechten van het Europees Verdrag van de Rechten van Mens (in dit land).'
De vraag was enkel: is er sprake van een concrete dreiging, een imminent gevaar dat te voorzien is? Met grote zorgvuldigheid verwees Linli Pan-Van de Meulebroeke naar eerdere processen in Straatsburg waar ook dreigingskwesties behandeld werden. Uit die jurisprudentie leidde ze af dat de klimaatcrisis een allesbehalve hypothetische, maar reële bedreiging vormde voor het leven en de gezondheid van de burgers. De naoorlogse wereld heeft nog nooit zo'n grootschalige bedreiging voor de mensenrechten gezien als nu. 'Ja, maar dat is pas in 2100,' anticipeerde ze de mogelijke tegenwerping. Nee, zei ze, nu al. 'Ja, maar u kunt de slachtoffers niet eens identificeren.' Nee, zei ze, het Hof vereist dat ook niet. Individuen moeten toch niet wachten tot ze bijna dood zijn om rechtsbescherming te krijgen? 'Ja, maar we hebben alle mogelijk maatregelen getroffen.' Mooi, zei ze, c'est déjà ça, maar het is onvoldoende. De internationale, objectieve, wetenschappelijke consensus is dat we onder de 1,5 graad opwarming moeten blijven om gevaarlijke klimaatopwarming voor te zijn. De huidige inspanningen zijn echt niet genoeg. En de gewesten en de federale staat moeten niet proberen de schuld op elkaar af te schuiven: geen enkele van de drie gewesten doet momenteel genoeg. België heeft de daardoor de al bij al nog milde en inmiddels al lang achterhaalde doelstellingen van Europa nooit gehaald. 'Staten hebben een grote marge van vrijheid in het bepalen van welke maatregelen er getroffen moeten worden. Wij laten die ruimte over aan de politiek.' Maar de basis was onmiskenbaar: 'Er is een reële dreiging, de autoriteiten weten het al lang, artikel 2 en 8 van het EVRM verplichten onze autoriteiten om maatregelen te treffen die voldoende zijn, er is internationale, wetenschappelijke consensus (over maximaal anderhalve graad opwarming), geen enkele partij heeft die maatregelen genomen.'
Het was adembenemend om haar bezig te zien. De grote rust en maturiteit waarmee ze sprak, de manier waarop ze een fijne juridische argumentatie ontwikkelde en tegelijk heel subtiel onverholen morele verontwaardiging liet blijken: het was groots. Ken je dat gevoel wanneer je naar de Koningin-Elisabethwedstrijd zit te kijken? Alle kandidaten spelen het opgelegde stuk technisch zeer goed, vaak zelfs virtuoos. En dan ineens komt er zo'n jonge violist of pianist op het podium staan en die spéélt dat stuk niet, die ádemt dat--met een gemak, met een aisance, met een lichtheid, alsof hij of zij het zelf geschreven heeft en het gewoon even laat horen. Je hebt mensen die muziek van binnenuit laten klinken en mensen die muziek van buitenaf laten horen. Die eerste noemen we kunstenaars, de tweede uitvoerders. Nooit gedacht dat het bij advocaten net zo was.
Over muziek gesproken trouwens: bij haar bespreking van het VN-Kinderrechtenverdrag (een no-brainer eigenlijk: The Lancet zei in 2019 dat het leven van elk kind dat nu geboren wordt in elke levensfase diepgaand beïnvloed zal worden door de klimaatopwarming), verwees ze ineens naar een kinderliedje--het mij onbekend liedje 'Respire', waarvan ze twee verzen citeerde: 'Il faut que tu respires,/ c'est demain que tout empire' (vrij vertaald: 'Adem maar goed, morgen wordt alles slechter'). 'Ik heb dat liedje honderden keren zorgeloos meegezongen,' zei ze, 'ik was 11 in 2003. De tekst was science-fiction voor mij, maar niet voor de Belgische overheid! Vandaag zijn kinderen bang voor de toekomst. In plaats van te dromen, vragen ze zich af of ze gaan overleven.'
Maar we mochten dus niet applaudisseren.
De rest van de voormiddag argumenteerde meester Audrey Baeyens dat gezien de ernst van de situatie een gerechtelijk bevel jammergenoeg noodzakelijk was. Meester Carole Billiet gaf aan hoe dat eruit moest zijn: de rechter moest 42-48 % reductie van CO2-uitstoot opleggen tegen 2025, 55-65 % tegen 2030 en 100% tegen 2050 ('netto zero'). Ze baseerde zich daarvoor op de meest recente wetenschappelijke berekeningen. 'Als men weet dat België nu nog maar 17,9 % reductie heeft gerealiseerd, geef ik de cijfers met de nodige schroom. Wat we vragen, is enorm. Maar het staat in verhouding tot wat er op het spel staat.' Meester Luc Depré besloot met de eisen van de Klimaatzaak op te sommen.
Na afloop van de zitting zag ik een Chinees echtpaar van middelbare leeftijd achterin de lege zaal zitten. Ze zaten er al voor de derde dag op rij. Het bleken de ouders van Linli Pan-Van de Meulebroeke te zijn. Ik raakte met hen in gesprek. Hij was lang geleden op 23-jarige leeftijd naar België gekomen waar hij geadopteerd werd door een Belgische vrouw. 'Ik heb twee moeders,' zei hij, 'mevrouw Van de Meulebroeke en mijn echte moeder in Sjanghai.' Zijn echtgenote bleek eveneens in China te zijn geboren. Ze spraken beiden perfect Frans. Hun briljante dochter kwam erbij staan, onwennig van de complimenten die ze alom kreeg. Het ontroerde mij nogal. Ja, de globalisering is een van de oorzaken van de klimaatopwarming, maar het is ook de reden dat deze migrantendochter, een jonge advocate van Aziatische origine drie oudere Belgische rechters moest herinneren aan de waarde van enkele Europese mensenrechten.


- tegen 2025, een vermindering met 48%, of minstens 42%, ten opzichte van het niveau van 1990;
- tegen 2030, een vermindering met 65%, of minstens 55%, ten opzichte van het niveau van 1990;
- tegen 2050, een netto nuluitstoot;



En vandaag zat ik er voor de laatste keer. Onze overheden, als verdedigende partijen, kregen het laatste woord. Er was drieënhalf uur uitgetrokken voor hun slotreplieken, maar na een uur en een kwart stond iedereen weer buiten. Na de bijzonder sterke sessie gisteren kon het bijna niet anders worden dan een anticlimax.
- tegen 2025, een vermindering met 48%, of minstens 42%, ten opzichte van het niveau van 1990;
- tegen 2030, een vermindering met 65%, of minstens 55%, ten opzichte van het niveau van 1990;
- tegen 2050, een netto nuluitstoot"
"7° te noteren dat Klimaatzaak vzw die eventuele dwangsommen volledig wil aanwenden in overeenstemming met haar maatschappelijk doel."
